Leiderschap draait niet om het aansturen van anderen, maar om het onder ogen zien van jezelf. Zolang we ons eigen denken niet bevragen, blijven we gevangenen van onze vanzelfsprekendheden – en noemen we dat vervolgens beleid.
Leiderschap begint niet bij visie of strategie, maar bij zelfinzicht.
Een leider zonder zelfreflectie is als een kapitein zonder kompas – hij beweegt, maar weet niet waarheen. Integriteit, authenticiteit en zelfkritiek vormen de morele ruggengraat van elke organisatie.
De meeste leiders overschatten wat ze weten en onderschatten wat ze niet zien.
De ruimte om te denken en te doen is beperkt, omdat we niet weten dat ze er is. En omdat we niet weten dát we niet weten, zijn we niet in staat om te veranderen. Totdat we weten dat ons niet-weten ons denken en doen beperkt.
Pas dan ontstaat ware leiderschap: niet uit kennis, maar uit bewustwording.
Wie zichzelf niet durft te bevragen, zal anderen proberen te beheersen.
Wie zichzelf durft te zien, geeft ruimte aan anderen om te groeien.
Daarom is zelfreflectie geen luxe, maar een daad van moed – en misschien wel het meest onderschatte kenmerk van leiderschap.