Het was een regenachtige dag, jaren gleden, toen ik voor het eerst de werken van Epictetus oppakte. De druppels tikten ritmisch tegen het raam, alsof ze probeerden me te herinneren aan de constante veranderingen van het leven, en de zoektocht naar innerlijke rust die ik al een tijdje voerde. Dat was het moment dat ik kennismaakte met de stoïcijnse filosofie, een eeuwenoude levenskunst die tot op de dag van vandaag relevant blijft.
Stoïcisme, in zijn essentie, leert ons om te focussen op wat binnen onze controle ligt en te accepteren wat buiten onze macht valt. Het klinkt simpel, maar de toepassing ervan in het dagelijks leven kan transformerend zijn, in de zin van anders in het leven gaat staan, beter, gelukkiger. Terwijl ik Epictetus’ “Enchiridion” las, begon ik de diepgang en praktische wijsheid van deze filosofie te waarderen.
Neem bijvoorbeeld het concept van ‘amor fati’, het liefhebben van je lot. Het idee dat we niet alleen moeten accepteren wat er gebeurt, maar het ook moeten omarmen als een noodzakelijk onderdeel van ons bestaan. Het voelde bevrijdend, alsof een last van mijn schouders viel. In plaats van te worstelen tegen de stroom van het leven, leerde ik mee te bewegen met de eb en vloed van gebeurtenissen.
Op een ochtend, toen ik door het park liep, zag ik een oude man op een bankje zitten. Hij zat daar kalm, genietend van de vroege zonnestralen. Hij leek zich niet te bekommeren om de mensen die haastig voorbij liepen, met hun zorgen en stress zichtbaar op hun gezichten. Het herinnerde me aan de lessen van Marcus Aurelius, de Romeinse keizer die in zijn “Meditaties” schreef over de rust die voortkomt uit het leven in overeenstemming met de natuur en het accepteren van het heden.
Ik besloot een gesprek met de man aan te knopen. Tot mijn verbazing bleek hij een gepensioneerde filosofiedocent te zijn, die zijn dagen vulde met wandelen en lezen. We spraken over het stoïcisme en hij deelde zijn eigen ervaringen. Hij vertelde hoe de filosofie hem had geholpen om vrede te vinden na het verlies van zijn vrouw. “Het leven is onvoorspelbaar,” zei hij, “maar de kunst is om te leren leven met wat komt, zonder je geluk te laten afhangen van externe omstandigheden.”
Zijn woorden resoneerden diep en bracht een trilling in mijn lijf. Stoïcijnse levenskunst gaat niet om het vermijden van emoties of het ontkennen van pijn, maar om het cultiveren van innerlijke stabiliteit te midden van chaos. Het gaat om het ontwikkelen van een geest die bestand is tegen de stormen van het leven.
Terwijl ik mijn wandeling vervolgde, dacht ik aan de vier kardinale deugden van het stoïcisme: wijsheid, moed, rechtvaardigheid en zelfbeheersing. Elk van deze deugden biedt een leidraad voor het nemen van beslissingen en het navigeren door het leven.
Wijsheid helpt ons om onderscheid te maken tussen wat wel en niet binnen onze controle ligt. Moed geeft ons de kracht om te handelen in het licht van tegenslag. Rechtvaardigheid herinnert ons aan onze plicht tegenover anderen, en zelfbeheersing helpt ons om verlangens en impulsen te beheersen.
Mijn reis door de stoïcijnse levenskunst is nog lang niet ten einde. Elke dag biedt nieuwe uitdagingen en kansen om deze filosofie in praktijk te brengen. Maar een ding is zeker: de lessen van Epictetus, Marcus Aurelius en andere stoïcijnen hebben een onuitwisbare indruk op me achtergelaten. Ze hebben me geleerd dat ware rust niet komt van externe omstandigheden, maar van binnenuit.
En zo, terwijl de regen weer begon te vallen en ik huiswaarts keerde, voelde ik een diepe rust en acceptatie. Het leven zal altijd vol verrassingen zitten, maar met de wijsheid van de stoïcijnen als mijn gids, weet ik dat ik elke storm kan trotseren.