De mens achter de bestuurder


Bestuurders zijn zelden populair. We worden geassocieerd met afstand, macht en spreadsheets. En eerlijk gezegd: soms klopt dat beeld. Er zijn dagen dat ik meer vergader dan ik leef. Dat ik het systeem dien, terwijl ik ooit de mens wilde dienen.

Maar achter elk bestuursbesluit schuilt een mens. Iemand met twijfel, hoop, schaamte en verlangen. Een vader. Een schrijver. Een zoeker. Iemand die ’s avonds even wil voelen dat het ergens goed voor was – al is het maar bij één mens.

Ik ben geen uitzondering. Mijn motieven zijn niet altijd puur, maar meestal wel eerlijk. Ik wil van betekenis zijn. Structuren bouwen die vrijheid geven. Mensen beschermen tegen de kilte van anonieme regels. En ja, soms wil ik ook gewoon even kloppen op mijn borst en horen: goed gedaan.

Die kwetsbaarheid verdwijnt gemakkelijk in het jargon van beleidsnota’s en prestatie-indicatoren. Maar als ik één ding heb geleerd, is het dit: mensen volgen geen titels. Ze volgen echtheid. Iemand die niet zegt: “volg mij”, maar vraagt: “wat zie jij?”

Soms verlang ik naar eenvoud. Een kast timmeren. Gras onder mijn voeten. Koffie op een bankje in de zon. Niet leiden, maar volgen. Niet presteren, maar gewoon bestaan. En dan denk ik: misschien moet ik die kant van mezelf wat vaker toelaten in mijn werk. Niet als zwakte, maar als kompas.

Want wat mensen zoeken in een leider is niet perfectie, maar het gedeelde zoeken. Niet het juiste antwoord, maar de moed om te blijven vragen. Zoals iemand me ooit zei na een overleg waarin ik vooral zweeg:

“Wim, ik heb vandaag niet gehoord wat je vond. Maar ik voelde wel wie je was.”

Dat raakte me. En ik schreef het op. Omdat ik hoop dat ik die mens, achter de bestuurder, nooit meer vergeet.