Er was een tijd – lang geleden, ergens tussen mijn eerste navigatiesysteem en mijn laatste illusie van controle – dat ik dacht dat weten het hoogste goed was. Zeker weten, beter weten, alles weten. Kennis is macht, toch?
Maar gaandeweg kwam ik erachter dat het weten soms behoorlijk overschat wordt. Want wat blijkt: in het niet-weten zit een wonderlijke schoonheid. Een vrijheid zelfs. Maar dat besefte ik pas nadat ik op een dag – figuurlijk én letterlijk – verdwaalde.
Ik stond in een onbekend dorp, mijn telefoon had geen bereik, de bordjes waren in dialect en mijn interne kompas (dat ooit is afgesteld op de jaren ’80) liet me in de steek. Geen idee waar ik was, geen idee waar ik naartoe moest. En toch… voelde ik me merkwaardig licht. Alsof het leven me even toestemming gaf om niet te hoeven weten. Om gewoon te zijn.
Niet-weten is niet hetzelfde als dom zijn.
Laten we dat even rechtzetten. Niet-weten is geen gebrek aan intelligentie, het is het erkennen van onze beperkte controle over een chaotisch universum. En eerlijk is eerlijk: zelfs de slimste mensen weten vaak niet wat ze met zichzelf aan moeten als de wifi uitvalt.
Niet-weten is een uitnodiging.
Het nodigt uit tot nieuwsgierigheid, tot verwondering. Het is het begin van iedere ontdekking, van iedere ontmoeting, van ieder goed verhaal. Het is de ruimte waarin iets nieuws geboren kan worden – juist omdat het oude even geen houvast biedt.
Wie vragend in het leven staat, blijft in beweging. Niet omdat hij niets weet, maar omdat hij beseft dat elke vraag een deur is naar meer diepgang – terwijl een stellig antwoord vaak het slot erop zet.
Een kind vraagt honderd keer: “Waarom?”
En wij volwassenen antwoorden met een Wikipedia-brein vol feitjes. Maar misschien zouden we vaker moeten zeggen: “Goh, geen idee… zullen we samen op onderzoek uitgaan?” Zoiets kleins kan magie oproepen. Of een lach. Of een gesprek dat nergens heen hoeft, maar toch alles raakt.
Mijn beste gesprekken begonnen met ‘Ik weet het ook niet, maar…’
Daar zit vertrouwen in. Openheid. En ja, soms ook een knikje richting het mysterie van het bestaan, dat zich niet laat vangen in bulletpoints of PowerPoint-dia’s (hoeveel ik daar ook van houd).
Want laten we eerlijk zijn: hoeveel zekerheden bleken uiteindelijk maar aannames met een stropdas om?
En ondertussen doet het leven z’n eigen ding.
Mensen sterven op momenten die we niet kiezen. Liefde overkomt je, juist als je er niet naar zoekt. Ziekte, inzicht, geluk, afscheid, geboorte – het grote script is niet van onze hand. Misschien zijn we bijrollen in een kosmische improvisatie. En weet je? Dat is helemaal niet erg.
Misschien moeten we gewoon een beetje leren dansen met het niet-weten. Zoals je ook danst als niemand kijkt – een beetje onhandig, een beetje bevrijdend, maar vooral: echt.
Dus ja, ik weet het even niet.
En dat is helemaal oké.
Sterker nog: ik geloof dat daar, in dat ongemakkelijke niemandsland tussen weten en verzinnen, de mooiste dingen ontstaan.
Misschien zelfs… deze blog.