Ik zocht vandaag naar woorden.
Ze bleven weg.
Niet omdat ik niets te zeggen had, maar omdat alles wat zich aandiende te veel leek op wat al gezegd is. Over licht. Over hoop. Over geboorte en belofte. Woorden die deze dagen overal rondzingen, soms warm, soms hol, vaak herhaald.
Ik merkte dat ik niet nóg een verhaal wilde toevoegen aan het koor. Niet nóg een betekenis wilde formuleren, niet nóg een poging wilde doen om iets te duiden wat zich misschien helemaal niet laat vangen.
Tweede kerstdag is geen hoogtepunt. Het is de dag erna.
De dag waarop de stoelen anders staan. De dag waarop de tafel leger oogt. De dag waarop het verhaal is verteld en de stilte zich voorzichtig meldt.
We zijn slecht in die stilte. We vullen haar snel. Met meningen. Met reflecties. Met samenvattingen van wat het allemaal betekende. Alsof betekenis zich pas aandient als we haar benoemen.
Maar soms is zwijgen eerlijker.
Niet alles vraagt om woorden. Sommige momenten willen alleen dat we blijven zitten. Dat we niet meteen opstaan om door te gaan, te verklaren, te delen. Dat we even niets toevoegen.
Ik dacht aan mensen voor wie deze dagen geen warmte brengen. Aan hen die werken terwijl anderen rusten. Aan hen voor wie de feestdagen geen feest zijn, maar een vergrootglas. Ik dacht ook aan mezelf, en aan hoe vertrouwd het is om juist dan naar taal te grijpen.
En toch deed ik het niet.
Misschien is dat wat deze dag vraagt. Geen nieuw verhaal. Geen afsluiting. Geen moraal. Alleen de erkenning dat niet alles gezegd hoeft te worden.
De woorden bleven weg.
En dat was, voor vandaag, genoeg.