Toen ik vanochtend mijn eerste kop koffie inschonk, bleef ik even staan kijken naar de damp die uit het donkere oppervlak omhoog kringelde. De geur was vertrouwd, bijna troostend. Maar opeens vroeg ik me af: wie is het eigenlijk die dit ervaart? Mijn lichaam dat de warmte voelt? Mijn brein dat de geur herkent? Of dat mysterieuze ‘ik’ dat zich bewust is van dit moment? Nog geen halve minuut later nipte ik gewoon weer verder, alsof er niets gebeurd was – maar het zaadje van verwondering was geplant.
We kennen allemaal dat soort momenten. Je rijdt over een lange weg en ineens realiseer je je dat je de afgelopen tien minuten nauwelijks bewust hebt meegemaakt. Je was er wel, maar toch ook niet. Of je zit in een gesprek en merkt dat je gedachten halverwege zijn afgedwaald. Pas als je terugkomt in het moment, voel je weer dat je aanwezig bent. Alsof er iemand achter de schermen het lichtknopje van je bewustzijn even had gedimd.
Maar wat is dat bewustzijn eigenlijk? Het is er altijd, en toch glipt het telkens uit je vingers zodra je ernaar wilt grijpen. Het lijkt een beetje op het proberen te bekijken van je eigen ogen zonder spiegel – onmogelijk, want je gebruikt juist datgene wat je wilt zien.
Sommige wetenschappers zeggen dat bewustzijn niets meer is dan een ingewikkeld trucje van het brein: chemische signalen, elektrische stroompjes, patronen van neuronen die vuurwerk afsteken in onze schedel. Anderen menen dat bewustzijn iets is dat niet uit ons brein komt, maar er juist doorheen schijnt, zoals zonlicht dat door een raam naar binnen valt. En weer anderen, vaak filosofen, zeggen dat we er misschien nooit helemaal achter komen – omdat we het probleem proberen te onderzoeken met hetzelfde gereedschap dat het probleem is.
En toch… ook al hebben we geen sluitend antwoord, we ervaren bewustzijn voortdurend. In de kleine dingen. Zoals de eerste slok koffie, het gevoel van de wind op je gezicht, of de blik in de ogen van iemand die je liefhebt. Misschien hoeft de aard van het bewustzijn helemaal niet begrepen te worden om erdoor geraakt te worden.
Voor mij is dat een troostrijke gedachte. Dat ik het niet hoef te vangen in theorieën of verklaringen. Dat het genoeg is om soms even stil te staan bij het wonder dat ik er überhaupt ben om dit moment mee te maken.
En misschien is dat precies wat bewustzijn is: niet een ingewikkeld raadsel om op te lossen, maar een uitnodiging om bewuster te leven. Dus de volgende keer dat jij je kop koffie inschenkt, of zonder nadenken in de auto stapt, kun je jezelf diezelfde vraag stellen: wie is het die dit ervaart? Het antwoord laat zich waarschijnlijk niet vangen – maar de vraag zelf opent al een klein venster naar verwondering.