Het gebeurde tijdens een koffieafspraak met een vriendin die altijd nét iets te veel weet van psychologie en zelfhulpboeken. Terwijl ik een slok nam van mijn cappuccino, boog ze zich plots naar voren, met een blik die zo indringend was dat ik bijna vergat te slikken. “Wist je,” zei ze geheimzinnig, “dat ik aan je ogen kan zien of je liegt?”
Ik slikte mijn cappuccino iets te snel door en voelde het schuim in mijn neus prikken. “Mijn wat?” vroeg ik.
“Je ogen,” zei ze triomfantelijk, alsof ze net een wetenschappelijk bewijs had gevonden dat ik een alien was. “Het heet NLP, Neuro-Linguïstisch Programmeren. Door te kijken waar je heen kijkt, kan ik zien hoe je brein informatie verwerkt.”
Ik moest lachen. Dit klonk als iets wat je in een tarotkaartensessie hoort: vaag, mysterieus en waarschijnlijk bedoeld om me een beetje paranoia te maken. Maar mijn nieuwsgierigheid was gewekt. Terwijl zij haar theezakje in cirkels door haar glas roerde, begon ze haar verhaal. En eerlijk? Het werd nog interessanter dan ik dacht.
Hoe het werkt: Ogen als GPS van je brein
Blijkbaar beweeg je je ogen onbewust op bepaalde manieren afhankelijk van wat er in je hoofd gebeurt. Bijvoorbeeld:
Rechtsboven kijken betekent vaak dat je iets visueel creëert. Denk aan het bedenken hoe je eruit zou zien met een roze hanenkam.
Linksboven kijken geeft aan dat je je iets herinnert wat je hebt gezien, zoals waar je je sleutels hebt gelaten (of hoopt dat je je dat herinnert).
Rechts opzij kijken duidt op het verzinnen van geluiden – misschien het bedenken hoe een kat klinkt die viool speelt.
Links opzij kijken verwijst naar herinneringen aan geluiden, zoals die keer dat je buurman karaoke zong en alle honden in de straat begonnen te huilen.
Rechtsonder kijken is vaak gekoppeld aan interne gevoelens of emoties. Hier gaan we graven in onze ziel, of ons afvragen waarom we die derde taartpunt hebben gegeten.
Linksonder kijken? Dat schijnt je ‘interne dialoog’ te zijn. Hier bespreek je met jezelf of je deze blog doorstuurt naar een vriend of liever doet alsof je hem nooit hebt gelezen.
Ik voelde me ineens een beetje betrapt. Zou ze nu alles wat ik dacht kunnen zien? Terwijl ik het gevoel kreeg dat mijn ogen zich tegen mij samenspanden, ging ze verder.
De test: Het mysterie van de gestolen koekjes
“Oké, laten we het testen,” stelde ze voor. “Ik stel een paar vragen, en jij moet antwoorden. Niet nadenken, gewoon eerlijk zijn.”
Ik wist niet waar dit heen ging, maar ik ging akkoord.
“Wat is de kleur van je slaapkamer?” vroeg ze.
Ik keek linksboven. “Blauw,” antwoordde ik.
“Wat zou je dragen als je naar een feestje gaat met een jungle-thema?”
Ik keek rechtsboven en mompelde: “Een panterpak… denk ik?”
“Heb je ooit een koekje gestolen als kind?”
Mijn ogen flitsten naar rechts opzij. “Nee,” zei ik snel. Té snel.
Ze grijnsde. “Leugenaar.”
Wanneer wetenschap humor wordt
Hoewel ik het allemaal hilarisch vond, realiseerde ik me dat het idee van oogpatronen best serieus wordt genomen in NLP-kringen. Het is een manier om meer te begrijpen over hoe mensen denken en communiceren. Of je het nu gelooft of niet, het idee dat je ogen een soort ‘denkkaart’ zijn, geeft wel stof tot nadenken.
Sinds die koffieafspraak betrap ik mezelf erop dat ik bij anderen op hun ogen let. Het is bijna een sport geworden. Waarom kijkt mijn buurman altijd rechtsonder als ik vraag hoe zijn dag was? Waarom lijkt mijn hond niet naar rechtsboven te kijken als hij me aankijkt na het eten van mijn sloffen?
De grap is natuurlijk dat, hoe interessant oogpatronen ook zijn, ze geen harde wetenschap zijn. Mensen zijn ingewikkeld, en oogbewegingen vertellen maar een fractie van het verhaal. Maar hé, het geeft je wel een leuke manier om een gesprek wat spannender te maken. En wie weet? Misschien blijkt je cappuccino-vriendin stiekem wél een beetje gelijk te hebben.
Dus, waar kijk jij nu heen?