Laten we even samen verdwalen in een wereld waarin dieren worden gecategoriseerd op manieren die ons brein lichtjes in de war brengen. Een wereld waar de encyclopedie dieren ordent in bizarre groepen: “dieren die toebehoren aan de Keizer,” “gebalsemde dieren,” “fabeldieren,” en, waarom niet, “dieren die net een vaas hebben gebroken.” Dit is geen droom of een fragment van een vreemd sprookje, maar een lijst die de schrijver Jorge Luis Borges op mysterieuze wijze heeft samengesteld. En als je bij deze omschrijving even moest glimlachen, weet dan dat Michel Foucault, een bekende Franse filosoof, het ook deed. Alleen stopte zijn glimlach daar niet.
Toen Foucault deze indeling las, kreeg hij een vreemde kriebel die verder ging dan humor. Er kwam een moment van verwondering, een lichte huivering, toen hij begreep dat deze lijst niet alleen grappig was, maar ook confronterend. Borges had iets blootgelegd: de beperkte manier waarop we de wereld ordenen en begrijpen. Het vertrouwde ordeningssysteem waar we normaal op vertrouwen, is eigenlijk slechts één mogelijkheid, slechts één manier om orde te scheppen in een universum dat oneindig complex en vreemd is.
Stel je voor: wat als je de wereld om je heen zou indelen, niet op basis van vaste categorieën, maar volgens iets volstrekt willekeurigs? Wat als planten niet werden ingedeeld als ‘bloemen’ en ‘bomen,’ maar als ‘die welke door insecten worden bezocht,’ ‘die welke in een droom zijn verschenen,’ of ‘die welke in de verte op spinnen lijken?’
In zijn werk “De orde van de dingen” beschrijft Foucault hoe deze vreemde taxonomie (indeling in groepen) hem het gevoel gaf op de grens van het onmogelijke te staan. Het was alsof hij in een spiegel keek, maar de spiegel weigerde terug te kijken volgens de wetten die hij gewend was. In plaats daarvan zag hij iets vreemds, iets dat hem dwong na te denken over de fundamenten van onze kennis. Plotseling, alsof er een gordijn opzij werd geschoven, voelde hij de ‘grimmige onmogelijkheid’ van bepaalde gedachten die hij normaal gesproken niet eens zou durven verkennen.
De menselijke geest is gewend om de wereld in hokjes te plaatsen; we hebben behoefte aan orde, want chaos voelt als een dreigend monster dat ons voortdurend besluipt. Borges’ indeling met zijn “dieren die net een vaas hebben gebroken” en “dieren die in de verte op vliegen lijken” voelt voor ons alsof die orde wordt bedreigd – het maakt ons aan het lachen en verward tegelijk. We willen het begrijpen, maar dat gaat niet; niet binnen ons systeem van denken.
Foucault ’s ‘lach’ bij het lezen van Borges was dus niet zomaar een lach van plezier. Het was een lach vol ontzag, een lach die erkende hoe beperkt onze eigen denkwijze eigenlijk is. Want wat we in die lach herkennen, is een glimp van het onbekende, een soort knipoog van het absurde. Het confronteert ons met de onmogelijkheid om al het bestaan in nette vakjes te vangen. Misschien schuilt er in die taxonomie van Borges wel een stille boodschap: dat het oké is om niet alles te begrijpen, om open te staan voor het onbekende en om de grens van ons denken soms een duwtje te geven.
Foucault ‘s reflectie op Borges’ taxonomie past naadloos in zijn bredere filosofie over kennis en macht. Foucault zag kennis niet als een neutrale weergave van de werkelijkheid, maar als iets dat onlosmakelijk verbonden is met machtsstructuren. Hij stelde dat de manier waarop we de wereld categoriseren en begrijpen, wordt bepaald door heersende discoursen die macht uitoefenen over ons denken.
In “De woorden en de dingen” onderzoekt Foucault hoe onze kennis en begrip van de wereld historisch zijn gevormd. Hij introduceert het concept van ‘epistème’, een soort onderliggend kennissysteem dat bepaalt wat in een bepaalde periode als ‘waar’ wordt beschouwd. Borges’ vreemde taxonomie confronteert ons met de grenzen van ons eigen kennis, en laat zien hoe arbitrair onze ‘natuurlijke’ categorieën eigenlijk zijn.
Onze verbeelding heeft altijd grenzen gekend – en soms merken we die op, zoals Foucault deed, op de meest onverwachte momenten. Misschien is het niet aan ons om alles te ordenen, alles te begrijpen. Misschien moeten we, net als Foucault, soms simpelweg lachen om de absurde kanten van het leven. En wie weet, misschien zijn het juist die momenten die ons dichter bij het mysterie brengen.
Als je de volgende keer een dier ziet – een kat die zich gedraagt alsof hij iets van plan is, of een hond die de wereld op zijn eigen onnavolgbare manier interpreteert – denk dan aan Borges en zijn vreemde indeling. En lach even met Foucault. Want uiteindelijk zijn het die lachmomenten die ons een blik gunnen op wat net buiten ons begrip ligt.
Relevantie in de hedendaagse wereld
De ideeën van Foucault over de grenzen van ons denken en de willekeur van onze categoriseringen zijn bijzonder relevant in onze huidige tijd, vooral met betrekking tot kunstmatige intelligentie (AI) en culturele verschillen.
In het geval van AI worden we geconfronteerd met systemen die de wereld op radicaal andere manieren kunnen ‘waarnemen’ en categoriseren dan wij. Een AI zou bijvoorbeeld beelden kunnen classificeren op basis van pixelpatronen die voor ons volkomen willekeurig lijken, maar die voor het systeem perfect logisch zijn. Dit doet denken aan Borges’ vreemde taxonomie en dwingt ons om na te denken over de beperkingen van onze eigen waarnemingen en categoriseringen.
Wat betreft culturele verschillen, Foucault ‘s inzichten helpen ons te begrijpen waarom verschillende culturen de wereld zo verschillend kunnen interpreteren. Wat voor de ene cultuur een logische indeling is, kan voor een andere cultuur net zo vreemd lijken als Borges’ taxonomie voor ons. Denk bijvoorbeeld aan hoe sommige inheemse culturen tijd niet als lineair zien, maar als cyclisch, of hoe bepaalde culturen kleuren categoriseren op manieren die voor ons onlogisch lijken.
Door ons bewust te worden van de willekeur van onze eigen categoriseringen, kunnen we opener staan voor andere perspectieven en manieren van denken. Dit kan leiden tot meer begrip en respect voor culturele verschillen, en tot innovatieve benaderingen in wetenschap en technologie die buiten onze gebruikelijke denkpatronen treden.
Zo zien we dat Foucault ‘s reflectie op Borges niet slechts een intellectuele oefening is, maar een krachtig instrument om onze eigen aannames ter discussie te stellen en nieuwe mogelijkheden te verkennen in onze steeds complexer wordende wereld.
Een dagelijks voorbeeld: De supermarkt als spiegel van ons denken
Laten we eens kijken naar een alledaagse situatie: je wekelijkse boodschappen doen in de supermarkt. De indeling van een supermarkt is een perfecte weerspiegeling van hoe we gewend zijn de wereld te categoriseren.
Stel je voor dat je de supermarkt binnenloopt en in plaats van de gebruikelijke indeling (groenten en fruit, zuivel, brood, etc.) je een volledig nieuwe ordening aantreft:
1. Producten die beginnen met de letter A.
2. Dingen die je kunt gooien zonder schade.
3. Voedsel dat knarst als je het eet.
4. Items die je grootmoeder zou afkeuren.
5. Producten die je zou meenemen naar een onbewoond eiland.
Deze nieuwe indeling zou je niet alleen desoriënteren, maar je ook dwingen om na te denken over hoe arbitrair onze ‘normale’ categorieën eigenlijk zijn. Waarom plaatsen we tomaten bij de groenten, terwijl het botanisch gezien een fruit is? Waarom staan koekjes niet bij het brood, terwijl ze beide gebakken zijn?
Door je dagelijkse boodschappen te doen in deze ‘Borges-supermarkt’, zou je:
Bewuster worden van je aannames: Je realiseert je hoe zeer je vertrouwt op bestaande categorieën om efficiënt te functioneren.
Creatief denken stimuleren: Je moet nieuwe verbanden leggen tussen producten, wat kan leiden tot onverwachte culinaire ideeën.
Culturele verschillen begrijpen: Je beseft dat wat voor jou een logische indeling is, voor iemand uit een andere cultuur vreemd kan zijn.
Flexibeler worden in je denken: Door regelmatig met zulke ‘vreemde’ indelingen geconfronteerd te worden, word je beter in het aanpassen aan nieuwe situaties.
De beperkingen van taal ervaren: Je merkt hoe moeilijk het is om bepaalde producten in deze nieuwe categorieën te plaatsen, wat de grenzen van onze taal en begrip blootlegt.
Dit gedachte-experiment laat zien hoe de ideeën van Borges en Foucault ons kunnen helpen om kritischer en creatiever na te denken over de wereld om ons heen. Het nodigt ons uit om de ‘vanzelfsprekendheid’ van onze dagelijkse omgeving in twijfel te trekken en open te staan voor nieuwe perspectieven.
De volgende keer dat je boodschappen doet, sta dan eens stil bij de indeling van de supermarkt. Vraag je af: waarom staat alles waar het staat? En hoe zou jij de winkel indelen als je volledig vrij was van conventies? Wie weet ontdek je zo je eigen ‘Borgesiaanse’ manier om de wereld te ordenen.