Er dendert een trein door het landschap. Niet zichtbaar voor wie druk is met beleidsnota’s, ondernemersborrels of bewustwordingscampagnes over genderneutrale toiletten. Maar de trein rijdt. Hij heet Artificial Intelligence. En hij stopt voor niemand.
Je zou denken dat ondernemers vooraan zouden zitten. Dat zij – als pioniers van vernieuwing – zich vol overgave storten op de vraag: Wat betekent AI voor mijn bedrijf, mijn mensen, mijn marktpositie?
Want AI verandert niet iets aan hoe we zakendoen. Het verandert alles.
Van klantenservice tot productontwikkeling, van marketing tot juridische ondersteuning, van HR tot innovatie – van alles wat herhaalbaar is, alles wat voorspelbaar is, alles wat te kwantificeren valt – wordt opgeslokt door algoritmes die sneller leren dan een goedbedoelde brainstormsessie op de hei.
Maar nee.
Ze zijn te druk met inspiratiesessies over verbindend leiderschap. Of met het posten van foto’s van hun “inclusieve directieteam” op LinkedIn, onder de hashtag #diversiteit. Reclamecampagnes gaan niet meer over wat ze maken of leveren – maar over hoe goed ze deugen.
“Wij zijn er voor iedereen.”
Behalve dan voor je klanten, want die zijn inmiddels chatbotvoer geworden.
En dan… de politieke bestuurders. Ons moreel kompas. Onze visionairs.
Wat doen zij in tijden van AI-turbulentie?
Ze organiseren woke-trainingen voor ambtenaren. Ze openen met een stralende glimlach een regenboogzebrapad. Ze voeren een motie in tegen Israël, want dat is tegenwoordig een grotere prioriteit dan het inrichten van digitale infrastructuur of het beschermen van onze autonomie tegenover Big Tech.
Zien ze wat er op ons afkomt?
De manier waarop we leren, werken, zorg verlenen, recht spreken, onderzoek doen, beslissingen nemen – alles verandert. En snel. Maar onze bestuurders reageren zoals altijd: met een commissie, een rapport, een taskforce met 12 vergaderingen en geen enkel resultaat.
Ze geloven dat AI een speeltje is voor nerds, of een hype die straks weer wegwaait. Ondertussen herschrijven algoritmes de spelregels van de samenleving. Wie toegang heeft tot de beste modellen, heeft de macht. Economisch, cultureel, militair.
En Nederland?
Druk met zich krachtig uitspreken tegen alles wat Amerikaans, mannelijk, wit of efficiënt is.
Wat rest, is een samenleving die denkt dat ze meedoet, maar ondertussen gestaag irrelevant wordt. Omdat onze ondernemers liever deugen dan innoveren. En onze bestuurders liever signaleren dan begrijpen.
AI komt niet.
AI is er.
En wij? Wij zijn nog bezig met het aanleggen van een safe space in het gemeentehuis.
Maar slaap rustig, Nederland. De toekomst is allang begonnen – zonder ons. We zijn te druk met workshops over gevoelige communicatie met ChatGPT. Europa heeft de AI-strijd toch al verloren. Amerika en China zijn de winnaars.