Sedert efficiëntie in ons leven is gekomen, heeft dat twee effecten opgeleverd.
1. We zijn ongekend rijk geworden – en slim, intelligent en machtig.
2. En tegelijk is de schoonheid verdwenen, of heeft ze zich teruggetrokken in abstractie.
Wat ooit traag was, heeft plaatsgemaakt voor snelheid. Wat ooit handwerk was, is nu algoritme. De mens die vroeger ploeterde, bouwde aan iets tastbaars; vandaag ontwerpen we vooral processen die zichzelf verbeteren. We hebben het goede willen optimaliseren, maar onderweg verloren we iets dat zich niet laat optimaliseren: verwondering.
Schoonheid, bijvoorbeeld, houdt niet van haast. Ze laat zich niet in een schema vangen, niet meten in rendement. Ze openbaart zich in het trage gebaar, in de stilte tussen twee woorden, in de blik van iemand die niet vooruit wil, maar aanwezig is.
En precies dat – aanwezigheid – is wat efficiëntie uit ons heeft weggesneden.
We noemen het vooruitgang, maar soms voelt het als een vlucht vooruit. We bewegen sneller dan ooit, maar we weten niet meer waarheen. We hebben kennis vergaard, maar de wijsheid verwaarloosd die weet dat niet alles wat sneller kan, beter is.
Misschien moeten we de schoonheid opnieuw leren zien in het onvolmaakte, het trage, het menselijke. In het handschrift met een vlek, de stilte tussen twee zinnen, de traan die niet efficiënt is, maar wel echt.
Hoofsheid – het spel der muzen – lijkt uit onze omgang verdwenen. Waar vroeger het ritueel van nadering, het kijken, het luisteren en het wachten nog een rol speelde, is nu haast de maatstaf.
Een romantische eerste ontmoeting ging ooit om vragen als: Bevalt de ander mij? En: Wanneer laten we ons werkelijk zien?
Tegenwoordig is er nauwelijks nog ruimte voor dat dansje van wederzijdse verleiding. Alles moet meteen, snel, efficiënt.
Maar de ziel laat zich niet haasten. Ze verlangt naar aanraking in tijd, niet naar resultaat in seconden.
En toch – ik ben blij met efficiëntie.
Ik bewonder haar kracht, haar logica, haar vermogen om chaos te ordenen. Ze is als een jonge godin die nog niet weet hoe machtig ze is. Vooral nu AI haar vleugels uitslaat, voel ik niet enkel angst of nostalgie, maar nieuwsgierigheid.
Misschien brengt deze nieuwe golf van efficiëntie niet het einde van schoonheid, maar juist een nieuwe vorm ervan – één waarin mens en machine samen leren wat écht van waarde is.
Efficiëntie heeft ons veel gegeven.
Misschien zal ze ons, als we goed luisteren, ook iets teruggeven wat we dachten te hebben verloren: tijd om te denken, te voelen en te verwonderen.