We leven tegenwoordig in twee werelden tegelijk. Nee, dit is geen zweverig lulverhaal over spiritualiteit en zelfontplooiing – daar zijn genoeg coachende yogajuffen voor. Het is heel simpel: je hebt de reële wereld en de gedroomde wereld.
De reële wereld is lekker saai. Daar eet je boterhammen met kaas, betaal je belasting en zegt de buschauffeur gewoon “môgge” terug. Daar werkt oorzaak en gevolg nog gewoon samen. Je laat een hamer op je teen vallen en het doet pijn. Je werkt en krijgt salaris. Je koopt een huis en mag er wonen – tenzij je in Amsterdam woont, want daar is het inmiddels makkelijker om een panda te adopteren dan een appartement te vinden.
En dan is er de gedroomde wereld. Daar kan alles, zolang je maar hard genoeg roept dat het kan. Daar zijn woorden belangrijker dan daden. “We noemen illegalen gewoon ‘ongedocumenteerde nieuwkomers’, dan voelt het allemaal een stuk gezelliger.” Daar wordt de realiteit gezien als irritant en in de weg staand.
Het gaat fout wanneer de droom wint
En zolang die droom een beetje een speeltuin blijft, prima. Lekker dromen, niks mis mee. Maar zodra de gedroomde wereld het geldige narratief wordt, dan gaat het fout.
Dan krijg je beleid dat voelt alsof je een fietsband plakt met slagroom: zacht, plakkerig, maar uiteindelijk kom je nergens.
In de reële wereld denk je:
“Energie wordt duurder. Laten we zuiniger doen.”
In de gedroomde wereld denken ze:
“Laten we gewoon nog wat windmolens bijbouwen. Dat motiveert de zon vast om harder te schijnen.”
In de reële wereld zegt iemand:
“Ik ben 50 en word langzaam grijs.”
In de gedroomde wereld zegt iemand:
“Ik identificeer me als een 20-jarige blondine.”
En als de gedroomde wereld regeert, krijg je dus serieus korting op Lowlands omdat je officieel ‘jongere’ bent.
Tradities? Weg ermee!
Alles wat naar traditie ruikt is verdacht. De fanfare moet diverser, de kerstboom moet inclusiever, en Sinterklaas wordt binnenkort vervangen door ‘een non-binair seizoensgebonden figuur met paard’.
En als je daar wat van zegt, dan ben je ‘niet-progressief’. En dat is tegenwoordig erger dan belastingfraude.
Het probleem van de dromers
Het probleem is niet dat mensen dromen. Dromen is prima. Het probleem is dat sommige mensen vergeten wakker te worden. Die zien de gedroomde wereld niet meer als ideaal, maar als enige realiteit.
Gevolg:
Een boer die zijn koeien naar de psycholoog moet sturen omdat ze teveel scheten laten.
Een docent die zichzelf ‘facilitator van leerervaringen’ noemt en trots vertelt dat rekenen eigenlijk niet meer hoeft.
En een overheid die ‘participatiesamenleving’ zegt, wat gewoon betekent: zoek het zelf maar uit, sukkel.
Dus wat doen we?
Misschien gewoon even normaal doen. De reële wereld gebruiken om te wonen, werken en je vuilnis buiten te zetten. En de gedroomde wereld bewaren voor innovatie en een beetje fantasie.
Maar laten we alsjeblieft niet vergeten welke van de twee de baas moet zijn. Want voor je het weet zitten we in een land waar zwaartekracht verboden wordt omdat het kwetsend is voor mensen die niet kunnen vliegen.
En dan eindigen we allemaal, hand in hand, in een inclusieve kring, zingend: “Stel je voor, er zijn geen feiten meer…”