In de context van politieke wetenschap en bestuurskunde kan de overheid gezien worden als een systeem. Een systeem, in deze context, verwijst naar een complex van onderling verbonden onderdelen die samenwerken om een bepaald doel te bereiken. Deze onderdelen omvatten diverse overheidsinstellingen zoals wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht, die functioneren binnen vastgestelde regels en procedures om de openbare orde te handhaven, wetten uit te voeren, en het algemeen welzijn te bevorderen.
Waarom dit perspectief belangrijk is
Dit systeemgerichte perspectief is bijzonder relevant in het huidige politieke en sociale klimaat. We leven in een tijd waarin wereldwijde en nationale uitdagingen zoals pandemieën, klimaatverandering, en politieke polarisatie de effectiviteit en adaptiviteit van overheidsinstellingen op de proef stellen. Door de overheid als een systeem te beschouwen, kunnen we beter begrijpen hoe verschillende componenten interageren en reageren op externe en interne druk. In een tijd van snelle sociale en technologische veranderingen, helpt een systemische analyse om de veerkracht en responsiviteit van de overheid te verhogen, wat cruciaal is voor het behoud van stabiliteit en het bevorderen van progressieve ontwikkelingen in de samenleving.
Groei van het systeem
Het systeem van de overheid is in de loop van de tijd aanzienlijk gegroeid en complexer geworden. Deze groei is vaak een reactie op nieuwe uitdagingen en problemen die zich voordoen binnen een samenleving. Als samenlevingen zich ontwikkelen, groeit ook de noodzaak voor gereguleerde systemen die zaken als economie, onderwijs, gezondheidszorg en infrastructuur beheren. Dit heeft geleid tot de creatie van meer overheidsinstanties en -afdelingen, met elk hun eigen specifieke functies en verantwoordelijkheden met als gevolg inertie.
Voorbeelden van inertie
Deze toegenomen complexiteit en groei kunnen leiden tot bureaucratische inertie, wat betekent dat het overheidsapparaat trager en minder responsief wordt. Een voorbeeld hiervan is de trage respons op de financiële crisis van 2008, waarbij de omvangrijke en rigide structuren van financiële regelgeving aanvankelijke snelle en effectieve reacties in de weg stonden. Een ander voorbeeld is de aanvankelijke uitrol van COVID-19-vaccins, waar bureaucratie in veel landen zorgde voor vertragingen in distributie en logistiek.
Crisissen als symptomen
Deze bureaucratische inertie en de daaruit voortvloeiende inefficiënties kunnen worden gezien in de manier waarop overheid systemen omgaan met huidige crises:
– Economische recessie
– Gezondheidscrisissen
– Politieke polarisatie
Deze voorbeelden tonen aan dat terwijl de complexiteit van de overheid is toegenomen om meer diensten te leveren en bredere problemen aan te pakken, de toegenomen omvang vaak gepaard gaat met verminderde flexibiliteit en efficiëntie, wat resulteert in een systeem dat moeite heeft om adequaat te reageren op grote uitdagingen.
Analyse van het vastlopen
Het vastlopen van het overheid systeem kan worden toegeschreven aan verschillende structurele en operationele factoren. De impact van dit vastlopen is aanzienlijk: het leidt tot frustratie onder burgers, verminderd vertrouwen in publieke instellingen, en een algemeen gevoel van onmacht en vervreemding. Bovendien zorgt het voor vertraagde reacties op economische, sociale en gezondheidscrises, wat de schade en de duur van deze crises kan vergroten.
Wat betekent een ‘reset’?
Een ‘reset’ van het systeem refereert aan een fundamentele en alomvattende herziening van hoe de overheid functioneert. Dit kan betrekken: Structurele hervorming, herziening van processen, beleidsmatige vernieuwing.
Voorbeeld van mogelijke reset
Een hedendaags voorbeeld is Estland na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. Estland voerde uitgebreide hervormingen door in zijn overheidsdiensten door sterk in te zetten op digitale technologieën, wat resulteerde in een van de meest geavanceerde digitale overheden ter wereld. Dit heeft de efficiëntie aanzienlijk verhoogd, de corruptie verminderd en het makkelijker gemaakt voor burgers en bedrijven om met de overheid te interageren. Dit voorbeeld toont aan dat hoewel een ‘reset’ van het systeem een grote uitdaging is, het mogelijk is om met doordachte hervormingen de functionaliteit en responsiviteit van overheidsinstellingen significant te verbeteren.
We zouden kunnen beginnen met voor elke nieuwe wet, er tien oude wetten worden opgeheven + de Nederlandse collectieve uitgavenquote van nu ongeveer 50% terug te brengen naar de 14% die we in 1850 hadden.