Van ‘Nooit meer’ tot nihilisme – De erfenis van kritiek en leegte


Wat begon als een roep om ‘nooit meer Auschwitz’, is langzaam veranderd in een cultuur die alles afbreekt – en ons achterlaat met de leegte van het niets.

Zich zorgen makend discussieerden de professoren van de Frankfurter Schule na de Tweede Wereldoorlog. Auschwitz lag nog dampend in het geheugen. “Nie wieder” – nooit meer fascisme, nooit meer massamoord. Hun antwoord: de Kritische Theorie. Een theorie die alles ter discussie stelt.

En dus werd alles dat leek op autoriteit, traditie of gemeenschap verdacht. Kerk, gezin, vaderland – het waren volgens hen de wortels van onderdrukking. Alleen het autonome, kritische individu kon de weg wijzen naar een betere wereld.

In de jaren ’60 vloeide dat denken door in de studentenbewegingen. Marcuse leerde dat echte tolerantie alleen bestond als je de stemmen van de meerderheid onderdrukte. Het feminisme, de antiracismebeweging en de strijd tegen kolonialisme waren geboren. Begrijpelijk, noodzakelijk misschien. Maar er sloop iets in dat niet meer te stoppen was: de schaamte om jezelf. Het oikofobie. De blanke man die zich krom boog onder de last van schuld. De gemeenschap die zichzelf begon te wantrouwen.

En toen kwam de 21e eeuw: woke. Het eindpunt van een lange keten van kritiek. Alles draait nu om identiteit. Wit, zwart, man, vrouw, queer, cis, privilege. De een telt zijn onderdrukking, de ander zijn schaamte. Wie zich vergist in woorden wordt gecanceld. Wie gelooft in traditie wordt verdacht. Alles moet afgebroken worden om plaats te maken voor… ja, voor wat eigenlijk?

En daar knaagt het. Want als alles wordt afgebroken, als niets meer heilig is, als elke gemeenschap slechts een broedplaats voor onderdrukking heet – wat blijft er dan nog over? Alleen kritiek op kritiek. Alleen leegte. Alleen nihilisme.

En dat is misschien wel het engste perspectief van allemaal. Want nihilisme maakt niet alleen tradities kapot, maar ook hoop, geloof, liefde, gemeenschap – kortom: alles wat een mens draagt.

Wat denk jij? Zijn we bezig een nieuwe mens te scheppen, of graven we langzaam onze eigen leegte?