Elke dag zitten ze daar. Boekestijn en De Wijk, twee hoogleraren met een microfoon, die de wereld duiden voor BNR. Ze spreken over oorlogen, over macht en over de grillen van geopolitiek. Vaak met een scherp oog, soms met een glimlach, maar altijd met dezelfde ondertoon: er is een orde, en die orde moet bewaakt worden.
Trump? Die krijgt steevast de mantel uitgeveegd. Want, zo zeggen zij, Trump houdt zich niet aan de regels van diplomatie. Hij is wispelturig, mist strategisch inzicht, en gooit eeuwenoude bondgenootschappen zonder pardon in de prullenbak. En dat is natuurlijk waar – als je uitgaat van de oude spelregels. Maar wat Trump doet, lijkt meer op het spel van de drones: onverwacht, disruptief, niet volgens het handboek, maar wel effectief. Waar de oude garde een schaakspel ziet, speelt Trump Fortnite.
En daar zit precies de incongruentie. Want als het gaat over oorlogvoering, dan erkennen ze volmondig dat AI de wereld verandert. Drones die autonoom doelen kiezen, algoritmes die de slagkracht van hele legers bepalen, digitale oorlogvoering die onzichtbaar en onvoorspelbaar is. Alles is vloeibaar geworden, behalve hun denken over de instituties die deze wereld zouden moeten reguleren.
Neem de VN. Een instituut dat, geboren uit de as van de Tweede Wereldoorlog, nu vooral een toneelstuk is waarin landen hun rol nog eens naspelen zonder dat het veel uitmaakt. Vrouwenrechten onder leiding van landen die vrouwen liever in boerka’s zien verdwijnen. Veiligheidsraden waar veto’s zwaarder wegen dan mensenlevens. Toch doen de heren alsof dit theater nog bestaansrecht heeft.
Of de EU. In hun ogen moet die één land worden. Een federatie. Want dat is overzichtelijk. Dat is ordelijk. Dat is hoe elites de wereld graag zien: keurig georganiseerd, met instituties die de illusie van controle ophouden. Maar dezelfde AI die drones autonoom laat aanvallen, laat ook staatsmacht verpulveren. Het is de onderliggende driver die oorlogvoering, economie en politiek tegelijk herschrijft. Alleen: die lijn trekken ze niet door.
Wat waar is in het ene gremium, is onwaar in het andere. Dezelfde driver – technologische versnelling – wordt wel erkend op het slagveld, maar genegeerd aan de vergadertafel. Alsof AI alleen kogels vervangt en geen instituties.
En ondertussen? Terwijl onze hoogleraren nog schaken met hun vertrouwde pionnen en torens, is er elders een nieuw spel begonnen. In China, tijdens die bijeenkomst waar de contouren van een nieuwe wereldorde werden getekend. Daar schuift de macht niet alleen van West naar Oost, maar ook van mens naar machine, van instituties naar netwerken, van orde naar dynamiek.
De ironie is dat juist de ontregelende factor die ze in de oorlog wél herkennen – AI – de internationale politiek net zo hard door elkaar schudt. Alleen past dat niet in het comfort van de oude elite-reflexen. En dus kijken ze weg, blijven ze Trump verketteren en de EU idealiseren.
Maar de werkelijkheid trekt zich daar weinig van aan.